
En dan wordt Das boos:´Hij trapt tegen een boom. Hij is boos op de stroom en de wind die de brieven ver weg brengen.´Ik wil je niet ver weg, ik wil je hier bij mij.´, roept hij naar Maatje. ´Mijn Maatje zou blijven in het bos waar hij zo van hield.´´
Das wil Maatje nog zoveel vragen. Hij schrijft zijn vragen op nieuwe briefjes en spijkert deze aan de bomen in het bos:´Ben je ver weg, of juist dichtbij?´en´Waar ligt het geheime recept van jouw appeltaart?´ De dieren in het bos lezen de briefjes en sommige geven antwoord of schrijven er iets bij:´Het is gek om Das alleen te zien lopen´,´Ik wil Das graag helpen maar ik weet niet hoe´,´Ik heb het recept! Kom je een keertje proeven?´
Das is moe. Hij heeft alles gezegd wat hij wilde zeggen. Hij schrijft nog één keer een briefje:´Lief Maatje, Ik heb je gezocht vandaag. Zocht je mij ook? Ik ben op onze plek. Das´
Onder de sterrenhemel op de lievelingsplek van Das en Maatje kijkt hij omhoog.´Hij denkt aan Maatje en zwijgt ... En opeens voelt hij zich niet meer zo alleen.´
Martine van Nieuwenhuyzen heeft een prachtig prentenboek gemaakt over het gemis van je maatje bij overlijden. De vragen van Das zijn vragen die velen stellen, vragen waar vaak geen antwoord op is. Dat Das zijn brieven aan de wind en het water toevertrouwd is niet zo vreemd, veel mensen doen dit ook. Prachtig is het moment dat de boosheid de overhand krijgt. Boosheid hoort in een rouwproces en het is goed dat dit ook aan de orde komt in een prentenboek over rouw. Indirect is dit het begin van enige troost. Zodra Das openlijk zijn vragen stelt ontstaat er ruimte voor anderen om zijn rouw te delen. Van Nieuwenhuyzen geeft daar drie mooie voorbeelden van: de omstander die niet weet wat hij moet zeggen, de achterblijvers die herinneringen delen en ´meelijden´ en de praktische hulp.´s Nachts, op de speciale plek van Das en Maatje, is Maatje ineens heel dichtbij. Ook de lezer kan Maatje zien, tussen de sterren.
De kaft van het prentenboek oogt somber, maar de meeste illustraties in het boek zijn dat niet. Maatje wordt begraven op een mooie lentedag, het lege sombere huis wordt wat opgefleurd door een rood tafelkleed en zodra Das buiten komt wordt hij omringd door de zachte groene tinten in de natuur. Van Nieuwenhuyzen tekent op subtiele wijze de gemoedstoestanden van Das, zij laat daarmee ruimte aan de kijker zelf in te vullen wat Das op dat moment in het verhaal denkt en voelt.
Van Nieuwenhuyzen heeft een toegankelijke tekenstijl en mooi kleurgebruik. Ook weet ze de pen soepel te hanteren. Met precies genoeg woorden vangt ze de vragen en emoties die normaal zijn in een rouwperiode.
Het boek is heel geschikt om met kinderen over rouw en gemis te praten. Ook volwassenen zullen zich herkennen in Das en zijn worsteling te aanvaarden dat Maatje voor altijd op een plek is waar geen vragen meer beantwoord kunnen worden.
Ik had je nog zoveel willen zeggen
Martine van Nieuwenhuyzen
Levendig Uitgever, 2013 € 14,95