Lijst dyslexie
De dyslexie survivalgids

De dyslexie survivalgids is geschreven voor dyslectische kinderen met het doel hen te informeren. Ook voor anderen, leerkrachten, ouders, klasgenoten, is het een overzichtelijk en informatief boek over dyslexie.
In het boek wordt uitgelegd wat dyslexie is, hoe vaak het voorkomt en wat de kenmerken zijn. Er wordt verder aandacht besteed aan zelfvertrouwen en faalangst, welke hulp er geboden kan worden en welke maatregelen op school het omgaan met dyslexie makkelijker maken.
Er worden ook persoonlijke verhalen verteld en er is een overzicht van bekende mensen met dyslexie. Het boek sluit af met adressen van handige websites en wat ´leuke oefeningetjes´.
De informatie wordt overzichtelijk en aantrekkelijk gepresenteerd. De lay-out is ruim en opgevrolijkt met zwart/wittekeningen. Deze illustraties zijn gemaakt door Maaike Devos.
Er zijn diverse lijstjes in het boek opgenomen, bijvoorbeeld een lijst waar de lezer zijn´dyslexiekenmerken´ op kan scoren of een lijst waarop de lezer kan aankruizen welke aanpassingen hij graag zou willen op school.
Tussen de hoofdstukken door wordt de informatie samengevat in de vorm van een kleine quiz en aan het einde van het boek staat nogmaals een overzichtelijke samenvatting. Er is duidelijk rekening gehouden met de leesvaardigheid van de doelgroep.
Het boek beschrijft de Belgische situatie en die wijkt af van de Nederlandse gewoonten. Hoewel in Nederland iedere school verplicht een dyslexieprotocol heeft wordt dyslexie nog lang niet altijd snel onderkent en is het vaak van toeval afhankelijk óf en welke hulp het kind krijgt.
In het boek wordt beschreven dat een logopedist de kinderen helpt, in Nederland kan dit ook door andere beroepsgroepen gedaan worden.
De dyslexie survivalgids is een geslaagd boek, ook voor de Nederlandse lezer, met zijn duidelijke, goede en veelzijdige informatie.
De dyslexie survivalgids
Annemie De Bondt
Abimo, 2009 € 12,50
Ik ben dyslectisch

Het boek ‘Ik ben dyslectisch’ is geschreven door Daphne Jansen Adriaans, remedial teacher en dyslexiedeskundige. De kern van het boek wordt gevormd door acht portretten van kinderen die vertellen over hun dyslexie. Ook bevat het boek een hoofdstuk waarin praktische zaken aan de orde komen, zoals de plaatsen waar mensen hulp kunnen vinden. De kinderen/jongeren geven tips voor hun omgeving en aan anderen dyslecten. Het boek heeft een voorwoord van Tom Braams.
De kinderen/jongeren die aan het woord komen variëren in leeftijd van 9 tot 19. Ze bezoeken verschillende vormen van onderwijs (Vrije school, Montessori-onderwijs, reguliere basisschool, vmbo-K t/m gymnasium). De schrijfster doet recht aan de stijl van de vertellers. Ieder stukje heeft zijn eigen toon en ieder kind heeft ook een tekening gemaakt die voor het kind verbeeldt hoe dyslexie er voor hem/haar uitziet.
De kinderen vertellen allemaal hoe ze hebben ontdekt dat ze dyslexie hebben, hoe ze dit vinden, welke hulp ze hebben gekregen en wat ze daarvan vinden. De teksten zijn overzichtelijk opgebouwd. Om de paar bladzijden wordt in een kader een uitspraak van het kind uitgelicht. Meestal een tip, soms een citaat. Voorbeelden van tips die kinderen geven zijn: (een willekeurige keus)
‘ Een vader moet nooit zenuwachtig worden als je een fout maakt, want dan wordt je kind helemaal overstressed’
‘ Op de basisschool moeten ze eerder aan dyslexie denken. Toen het bij mij nog niet bekend was, dachten ze dat ik ergens nog niet aan toe was. Daardoor krijg je meer achterstand dan nodig is’
‘Kies voor een middelbare school waar ruimte is om jezelf te zijn. Waar aandacht is voor je sterke kanten. Zorg ervoor dat je altijd je werk af hebt, dan is het makkelijker om je rechten vragen’
De schrijfster beoogt met het boek aan ‘omstanders’ via de interviews met de kinderen duidelijk te maken wat dyslexie hebben voor hen betekent om zo bij te dragen tot een beter begrip van deze handicap. Ik vind dat ze in deze opzet slaagt. Je kunt vele theorieboeken bestuderen over dyslexie, maar in de woorden van de kinderen zelf komt veel duidelijker naar voren wat het hebben van dyslexie betekent voor het dagelijks leven. Daarin is het boek een aanwinst om op een toegankelijke manier wat inzicht te geven in wat dyslexie is. Wat mij wel opviel in de interviews is hoe slecht de hulp aan de kinderen vaak is. Ook is het meestal van het toeval afhankelijk of ze hulp krijgen, wanneer ze hulp krijgen en van wie. De hulp die de kinderen in de gesprekken noemen, wordt door de schrijfster in voetnoten kort uitgelegd.
Voor kinderen die willen lezen over anderen met dyslexie in Nederland is dit een uitstekend boekje, maar ik denk dat de lezers vooral gezocht moeten worden bij ouders, leerkrachten en hulpverleners. Het is een snelle en makkelijke introductie tot de problematiek en zet hopelijk aan tot een verdere verdieping. De schrijfster geeft voor een verdere oriëntatie ook handvatten. Ze waarschuwt voor behandelingen die beloven dat dyslexie te genezen valt, verwijst naar Balans en het steunpunt dyslexie, vertelt kort iets over het masterplan dyslexie en de protocollen die op iedere school aanwezig zijn. Verder gaat ze (kort) in op de vragen hoe het dyslectische kind in de klas ondersteund kan worden, hoe je een goede begeleider buiten de school kunt vinden en wat je thuis kunt doen om het kind te helpen.
Kortom, een boekje een plaats verdient in de literatuur rond dyslexie.
Ik ben dyslectisch
Daphne Jansen Adriaans
Boom, 2008 € 17,90
ik woon in een koek

Een boekje dat daarbij kan helpen is ik woon in een koek van Annemarie Jongbloed. Het is een samenleesboek: een deel van de tekst wordt gelezen door een ervaren lezer, de beginnende lezer vult aan. De dikgedrukte woorden in de tekst zijn voor de beginnende lezer, de rest voor de ander. De gekozen woorden voor de beginnende lezer sluiten aan bij de meest gebruikte lesmethoden.
De teksten in dit boek zijn korte gedichten die samen met een plaatje het verhaal vertellen.
De gedichten worden steeds wat langer en nodigen uit er nog even over te praten en samen de tekeningen te bekijken. Het boek leent zich uitstekend voor de combinatie ´oefenen´ en ´gezellig samen lezen´ en is ook geschikt voor dyslectische kinderen.
In een nawoord worden de uitgangspunten van het boek toegelicht en tips gegeven over het samen lezen. Dit boek kan zowel thuis als in het onderwijs gebruikt worden en het is het eerste deel van een serie.
ik woon in een koek
Annemarie Jongbloed (tekst) en Daniëlle Schothorst (ill)
De inktvis, 2010 €14,50
Annemarie Jongbloed (tekst) en Daniëlle Schothorst (ill)
De inktvis, 2010 €14,50
1-3 of 3