


In het tweede deel, Dikke Vik en Vieze Lies zoeken het uit, wordt direct duidelijk hoe belangrijk de vriendschap van Vik inmiddels is voor Lies. Hij is haar ‘hartsvriendin’, ze begrijpen elkaar. Ze hangen graag samen op de bank, kijken een filmpje en kletsen wat. Als Vik plannen maakt om naar Amsterdam te gaan om zijn moeder te bezoeken is Lies aanvankelijk boos, hoe kan Amsterdam nou leuker zijn dan hun dorp? Maar als Vik volhoudt besluit ze met hem mee te gaan. En zo vertrekken de vrienden op een woensdagmiddag stiekem naar Amsterdam.

Tussen de regels door komt veel aan de orde, pesten bijvoorbeeld. Het is een jongen uit de klas, Bram, die Lies en Vik van hun bijnamen heeft voorzien: vieze Lies en dikke Vik. Vik en Lies vinden het pesten wel vervelend, maar ze gaan er niet aan ten onder. Vik vecht (letterlijk) terug en Lies negeert Bram zoveel mogelijk.
Naast pesten beschrijft Borghuis ook mooi hoe het contact met klasgenoten verloopt. Lies wil bijvoorbeeld graag een afspraakje met het populaire meisje Merel. Dat lijkt te lukken, maar ineens kan Merel niet. Later komt Lies erachter dat ze met een ander meisje heeft gespeeld. Lies weet daar goed mee om te gaan. Als de meisjes dan uiteindelijk toch een speelafspraak hebben blijken ze niet erg bij elkaar te passen. Dat ze toch vriendinnen blijven weet Borghuis geloofwaardig neer te zetten.
Een ander thema, met name in het tweede deel van de serie, is de relatie tussen de kinderen en hun ouders. Daarin staat de spannende tocht van de twee kinderen door Amsterdam centraal. Die wordt met humor beschreven, maar het grote gemis dat Vik voelt en de angst van Lies dat Vik haar misschien toch niet zo leuk vindt, worden daarbinnen mooi beschreven.
Borghuis weet in haar verhalen diepe gevoelens, spanning en humor prachtig te combineren. Je gaat vanzelf van Vik en Lies houden.
Dikke Vik en Vieze Lies worden vrienden/ Dikke Vik en Vieze Lies zoeken het uit
Sunna Borghuis (tekst) met illustraties van Eva van Aalst
Gottmer, 2017/2018 € 13,99 per deel
