
De informatie wordt overzichtelijk aangeboden. Per bladzijde wordt een boom besproken. In de tekst zijn leuke feiten over de bomen te vinden, bijvoorbeeld dat een eik wel 1000 jaar oud kan worden, dat van lindetwijgen manden en hekken gemaakt kunnen worden en dat het eten van jeneverbessen tegen de pest beschermt. Veel aandacht is er voor de determinatie: waaraan kun je de boom herkennen. Het boekje toont geen afbeelding van de hele boom en dat is een gemis, in de winter is het boekje onbruikbaar. Wel zijn de bladeren en vruchten duidelijk weergegeven in gekleurde illustraties. Een enkele keer is ook te zien hoe het blad verkleurt in de herfst.
De herfst is een goede periode om namen van bomen te leren kennen omdat de bladeren deels nog aan de bomen zitten en de bomen hun vruchten (eikels, kastanjes, hazelnoten) volop laten vallen. De herfst is ook de aangewezen periode om paddenstoelen te zoeken. In dezelfde serie is het deel Ik ken al 25 paddenstoelen en bessen verschenen. In de teksten wordt voornamelijk aandacht besteed aan de vraag of de paddenstoelen eetbaar of giftig zijn. De meeste paddenstoelen mogen in Nederland overigens niet geplukt worden omdat ze beschermd zijn.
Beide boekjes zijn leuk om in huis te hebben als er regelmatig een boswandeling wordt gemaakt. Het zoeken en vinden van de juiste soortnaam is een leuke bezigheid.
Ik ken al 25 bomen en struiken/ Ik ken al 25 paddenstoelen en bessen
Björn Bergenholtz
Gottmer, 2012 €8,95 per deel