

Het verhaal wordt met humor verteld zonder hilarisch te worden. Het zijn vooral de personages die het verhaal glans geven. Julius neemt het leven min of meer zoals het komt. Alleen moet je hem geen paard noemen, dan wordt hij boos en dat redt hem in de arena. Julius raakt bevriend met een groepje lotgenoten. Naast het wrattenzwijn en de leeuw worden een antilope, een vegetarische krokodil en een dappere muis zijn vrienden. Zij overleven tegen alle verwachtingen in de gevechten in de arena; historisch gezien niet erg waarschijnlijk, maar voor het verhaal wel zo prettig.
Northfield verwerkt soepel historische feiten in zijn verhaal, bijvoorbeeld over de verschillende manieren van vechten in de arena of het reilen en zeilen op een gladiatorenschool. Ook laat hij het wrattenzwijn kort uitleggen hoe het zit met de Romeinse expansiedrang:´Wat ik ervan weet is dat die Romeinse gozers uit een vreemd, ver land komen en dat ze feitelijk in een heleboel andere vreemde landen de macht willen overnemen. Voornamelijk door iedereen in elkaar te slaan.´
Aan het einde van het verhaal kiest Julius voor zijn vrienden en niet voor zijn vrijheid. In een volgend deel zal de keizer het groepje dieren naar Engeland sturen. En misschien komt hij dan ook zijn broer Brutus weer tegen want in de epiloog blijkt ook hij een gladiator te zijn.
Het boek sluit af met een uitleg over de Romeinse cijfers (zodat de lezer de bladzijdennummering kan begrijpen), een verklarende woordenlijst en nog wat aardigheden zoals aanwijzingen hoe je zelf Julius kunt tekenen.
Julius Zebra – rollebollen met de Romeinen is een grappig makkelijk weg te lezen verhaal met een knipoog naar de geschiedenis.
Julius Zebra - Rollebollen met de Romeinen
Gary Northfield (vertaald door Edward van de Vendel)
Luitingh - Sijthoff, 2016 € 14,99
